donderdag 24 maart 2011

Maritiem Utrecht

Ooit haalde ik mijn vaarbewijs. Dat is een papiertje waarmee je met wat grotere vaartuigen mag vertoeven op de Nederlandse wateren. Met een zeilboot bijvoorbeeld. Je leert waar je bent en waar je op moet letten. Je leert gevaren inschatten en wie er voorrang heeft op het water. En je voorkomt er toestanden mee. Zo voer ik een keer aan de wind kruisend over een Nederlands kanaal, terwijl een Duits motorjacht mij nauwkeurig volgde in mijn kruisende beweging in plaats van stuurboord langs de wal te varen, zoals het een motorschip van bescheiden afmetingen betaamt. Hij durfde me blijkbaar ook niet passeren. Uiteindelijk lagen we allebei voor de sluis en vroeg ik hem, nieuwsgierig geworden en in mijn beste Duits, waarom hij me zo nauwgezet gevolgd had. Wat bleek? De Duitse schipper dacht dat ik de vaargeul volgde, zigzaggend door het kanaal.

Aan de theorieboeken van dat vaarbewijs moest ik gisterenavond denken toen ik uit het raam van mijn Utrechtse dakkapel keek, midden in de stad. Ter gelegenheid van het 375-jarig bestaan van de Universiteit verbinden zeven laserstralen het W.C. van Unnikgebouw in de Uithof met de Domtoren in het hartje van de stad.



Van de stralen zie ik weinig vanuit mijn dakkapel. De Domtoren zelf heeft echter een maritieme uitstraling gekregen met een toplicht en heklichten en nu pijnig ik mijn hersens suf naar de betekenis van die lampjes in de nacht. De door mij waargenomen twee rode lichten kunnen in elk geval duiden op een vaartuig dat aan de grond gelopen is. Juist. Maar ik zie ook een blauw licht. Gevaarlijke stoffen? Ik ben benieuwd wat er allemaal verzwegen wordt rond de opgravingen aan het Domplein.


Over een paar dagen is alles weer normaal. Dan staat er gewoon weer een kerktoren midden in Utrecht in plaats van een lichtopstand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten