maandag 19 december 2016

Kerstmis

In mijn herinnering haalden we de kerstboom op met de slee: op de heenweg zaten mijn broer en ik op de slee, op de terugweg lag de boom erop, liepen wij erachter aan en gooiden we sneeuwballen. Terwijl ik het schrijf zie ik een vergeelde foto voor me, die ergens in een oude doos zal zitten. Het zal die ene keer van die foto zo geweest zijn en misschien nog een ander keertje, maar het heeft zich in het geheugen vastgezet als een ritueel dat vorm gaf aan elke kerst uit mijn jeugdjaren.
Ik denk eraan terug nu ik mijn kerstboom aan het versieren ben en veel oude dozen open met mooie rode en zilveren kerstballen en andere versierselen uit de kerstbomen van vroeger, zoals een zilverkleurige vogel, een trompetje waar nog echt geluid uitkomt en een fraaie zilverkleurige viool.
Mijn moeder vloekte eerst de kaarsjes in de boom, ik kan het me niet anders herinneren. Het voordeel van een gedegen katholieke achtergrond is dat je de juiste scheldwoorden snel paraat hebt. Het waren overigens mooie kaarsjes, die nog heel veel leken op de kaarsjes die hun ouders in de boom hadden, maar dat waren dan echte. En er stond een emmer water naast de kerstboom. Die kaarsjes, het waren er ook maar 18,  zijn er helaas niet meer, verloren gegaan na veelvuldig gebruik gebruik en verhuizen. Nu zijn er slingers met honderd of meer kleine led-lampjes, all over the place.
Er hing ook veel snoep in de boom, herinner ik me. Chocolade kerstkransjes, bijvoorbeeld. Mijn moeder vertelde me dat ze een keer ontdekte dat de laagst hangende kransjes precies waren aangevreten tot op de hoogte waar ik met mijn melkgebit kon komen. Ze kon er destijds de humor wel van inzien.
Thuis was Kerstavond het belangrijkste moment van het feest. Toen mijn ouders er nog in geloofden, gingen ze eerst naar de nachtmis (die ergens voorin de avond gehouden werd), terwijl ik mijn best deed als misdienaar in het naburige bejaardenhuis (een woord dat je ook niet meer hoort). 's Avonds laat, als iedereen weer thuis was, maakte ze dan een koud buffet met gevulde eieren, gevulde tomaten, asperges in ham gerold en meer van zulke versnaperingen. En er stonden bakjes met smarties op tafel, waaruit je ongelimiteerd kon eten. Dat was nog eens wat!
De traditie heeft lang bestaan. Ik herinner me nog twee kerstavonden in de jaren '80. Op de eerste werkte ik op de Haagse HTS in Voorburg. Ik fietste na de kerstborrel op school naar het ouderlijk huis om kerstavond te vieren, licht aangeschoten als gevolg van de kerstborrel. Het sneeuwde licht en de fietsstrook op de Soestdijksekade werd niet geveegd, zodat ik op de rijweg was gaan fietsen, waardoor ik prompt aangehouden werd door twee ijverige agenten, die me maanden op de gevaarlijk gladde fietsstrook te gaan rijden. "Maar dan rijd ik al die leuke witte fietsjes dood", protesteerde ik, doelend op de onder de sneeuw vaag zichtbare pictogrammen die de fietsstrook duidden. Ze konden de humor er niet meteen van inzien, maar ik ben uiteindelijk wel thuisgekomen, die kerstavond.
Enkele jaren laten had ik twee dagen in Antwerpen gewerkt: trainingen op de Wang-tekstverwerker voor een Vlaams bedrijf. Het sneeuwde fors en ik haalde op een witte Meir nog even bonbons bij Leonidas. Vervolgens reed ik met de trouwe Renault 4 de Scheldestad uit en de ring op. Daar haperden mijn ruitenwissers. Gelukkig was het niet druk en heb ik rechts rijdend, met het rechter raampje open en lettend op de witte streep de grensovergang bij Breda gehaald. Daar was een handige wegenwacht met een stukje ijzerdraad, waardoor de linker wisser weer werkte. Ook die avond kwam ik wonder boven wonder in Den Haag.