dinsdag 21 augustus 2012

Blauwtje gelopen in Tiel (uit de oude doos 3)


(Vanmiddag kwam ik bij toeval W. tegen, één van de smaakmakende leden van een Utrechtse activiteitenclub uit de jaren 90. We praatten wat, onder andere over deze blog. Ik bedenk ter plekke dat ik het verslag van een in 1999 ondernomen bedevaart naar een tent in de Betuwe wel op deze blog kan zetten. lees en huiver ...)

Zondagavond, enkele weken terug. Een piepende telefoon (waarom rinkelen die nooit meer gezellig) interrumpeert het onverwachte bezoek van vrienden. Didi meldt zich en vraagt of ik me het 'Jomandaplan' nog kan herinneren. Het betreffende plan was ontstaan na een vergadering van de feestcommissie, die eerder geconfronteerd was met een door een zendeling op de deurmat gedropte stichtelijke folder. Gekscherend had ik voorgesteld om in de volgende activiteitenkalender een oproep te plaatsen voor gebedsdiensten en andere minder profane bijeenkomsten.

Didi vertelt monter dat er komende dinsdagavond een groepje op het station trefpuntert. Doel: Tiel. Ik houd een slag om de arm, doorgaans ga ik over mijn nek van manipulatie en van het medium van de Betuwe verwacht ik een uiterst hoog manipulatief gehalte. Dit keer verslaat mijn nieuwsgierigheid mijn afkeer. Daarom ontmoet ik Didi, Monica, Marja, Han en Walter op het Utrechtse Centraal Station.

We missen de trein naar Tiel en veronderstellen dat Geldermalsen ook een optie is. Maar Nederland blijkt telkens groter dan je denkt: in Geldermalsen takt de Jomanda-junction zich af van de hoofdas tussen Utrecht en Den Bosch. Een melige treinreis voert ons naar het stadje van Flipje en van mevrouw anti-dipje.

Onder de indruk van de grote tent tegenover het Tielse station raken we nauwelijks. "Medium tussen hemel en aarde", meldt een groot bord naast de ingang. Walter zet ons weer met beide benen op de grond, wanneer hij met kwartjes en dubbeltjes het tientje entreegeld bij elkaar tracht te schrapen en tegen de kassajuffrouw zegt dat hij zijn laatste gulden met tegenzin uitgeeft, omdat het zijn Albertheijnse boodschappenkarretjesgulden is.

In de zaal houdt de ordedienst ons tegen: we zijn laat en moeten wachten op overstekend Jomandawild. Om ons heen staan mensen hand in hand te zingen. We zoeken een plekje, beetje afwachtend en achteraf opzij, maar wel schouder aan schouder.

Jomanda nodigt enige mensen uit voor een 'duimdruk': "iedereen heeft wel een zwakke plek". Ze weet precies waar ze moet drukken en adviseert een vrouw met scheve wervels (?) naar een dokter te gaan. Vlak voor ons heeft een andere vrouw een tic, waarvan haar wervels ook niet rechter worden naar ik vrees. Jomanda verkiest niet te reageren.

Communicatief weet ons medium precies wat ze doet: ze formuleert heel zorgvuldig, ze mág mensen aanwijzen en die mógen vervolgens op het podium gaan liggen. Angstig volg ik haar blik en ben opgelucht als ze ons deel van de zaal voorbij is, waarschijnlijk ruikt ze de scepsis in onze neurale netwerken. Ik zou er voor geen goud 'en plein publique' tussen gaan liggen. voel me er vele malen te nuchter voor. Fantaseer dat - na een drukke werkdag - het meest waarschijnlijke effect is dat ik in slaap val.

Intussen liggen er zo'n vijftien mensen op een soort van brancards op het podium. Jomanda consulteert in een soort van geheimtaal: "er draait een schijf in je maag", "er komt een buis uit je wenkbrauw", "er zitten klemmen op je enkels", "uw hoofd is een schuifpuzzel' en "u komt hier voor een ander". Het staat echt allemaal letterlijk zo in mijn aantekeningen en ging me op die dinsdagavond in elk geval te hoog: hiervoor heb ik niet doorgeleerd, zoveel is helder.

"Iedereen die misselijk is, mag nu gaan staan!", zegt het blauwe wonder. Later is iedereen aan de beurt die negatieve gevoelens heeft. Ik heb het driftig te druk met aantekeningen maken. Walter fluistert in mijn oor dat er mogelijk nog een veegploeg komt: "wil iedereen gaan staan die nog niet aan de beurt was?" Intussen stuurt Jomanda mensen met het onbehaaglijke gevoel dat ze aan de ene kant van hun lichaam korter zijn dan aan de andere kant naar de Spiegelzaal. Als medium blijft ze op haar hoede: "Nu mag ik daarheen kijken". Alles krijgt ze door van boven en ze mag ontvangen.

Andere mensen wijst ze aan voor het omhelzen: die mogen door de zaal lopen en twee anderen omhelzen. "Je voelt aan je lichaam dat je het wilt", zegt de juf aanmoedigend. Ik heb dat ook wel eens, vooral bij vrouwen. In de regel gaan ze dan slaan ...

Zo gaat het nog een tijdje door. Mensen met darmklachten mogen overeind komen en naar het fonteintje lopen (de wc lijkt me doeltreffender). Om ons heen gaan enkele mensen hysterisch gedrag vertonen. Volgens Didi hebben deze mensen moeite hun verdriet te uiten. Er komen mensen naar voren om spontaan te getuigen van de gaven van Jomanda. Jomanda hangt een verhaal op over getallen. Ze ziet een getal, doorgaans in de buurt van een lichaamsdeel van iemand. De eigenaar van het lichaamsdeel moet het getal dan interpreteren, dat kan Jomanda niet zelf. Het kan om tijd gaan (een aantal uren, dagen of weken) maar ook om een huisnummer of een aantal mensen. "Ik zie vanuit uw nek een getal naar boven schieten", zegt ze. Daarop kun je alleen maar vanuit je nek reageren, denk ik gevat.

Jomanda blijft van alles doorkrijgen. "U heeft pijn in uw nek?" "Dat komt uit uw nek!" zegt ze tegen de mevrouw in kwestie. Haar gezicht kan ik niet zien, maar ik zou verbijsterd achterblijven bij zoveel inzichten. Bij een ander ziet Jomanda "iets uit uw heup schieten. Het getal 5. Er komt ook iets uit uw oor." Gatverdamme, denk ik. Het Avé Maria klinkt, was dat geen clublied van een andere rebellenclub?

Eén van de vrouwen vertelt monter dat ze twee honden heeft omhelsd. Wat op straat taboe is, kan hier allemaal. Een andere vrouw rent rondjes langs de randen van de tent. Bij de fonteintjes loopt allerlei volk los, dat er niets meer te zoeken heeft, Jomanda had ze al teruggeroepen. Het wordt een anarchistische bende.

Jomanda gaat ons uiteindelijk voor in een slotlied. We shall overcome. Handen vasthouden en er - uit respect - kneepjes in geven, dat is het devies. Didi en ik laten elkaar los met een licht gevoel van walging.

Bij de uitgang stort iedereen zich op de losse verkoop. We schaffen een fles Spa aan, niet vanwege de instraling maar vooral omdat zingeving kennelijk dorstig maakt. In de trein terug evalueren we onze kleine bedevaart. We hebben allemaal nog een kaartje dat je opnieuw kunt laten instralen. Stuur Jomanda een brief met een aan jezelf geadresseerde enveloppe. Daar kunnen we ons iets bij voorstellen, zo werden we ooit lid van onze activiteitenclub. Lid van Jomanda ga ik niet worden.