dinsdag 11 oktober 2011

onschuldig dwangmatig handelen?


Vanmorgen zag ik “WaLRuS” rijden en meteen had ik Lennon en McCartney in m’n hoofd: “If the sun don’t shine you’ll get a tan from standing in the English rain”. “WaLRuS” bleek een aanhanger, die getrokken werd door “BaRDoT” en dat leverde weer heel andere associaties op, al is er een taboe op eigennamen, net als bij het spelletje Scrabble (misschien bestaat er iets als een “BaRDieeT”?. En kijk, daar verderop gaat “PaRKieT” (of is het “PaRKeT”?), die juist “GiRaF” ontwijkt …

Met vier letters zijn ze het mooiste. Enkelvoudige zelfstandige naamwoorden zijn mooier dan samengestelde, die zijn mooier dan werkwoorden en die zijn weer mooier dan vervoegingen. Met andere woorden: PuBLieK en SeNSoR zijn mooier dan RiooLGaS, dan komt HeLPeN en daarna HieLPeN of PiKTeN (daarvan maak je bij voorkeur natuurlijk PeKToN).

Met drie letters kom je al gauw op voltooide deelwoorden, zoals GeZet en GeZoeT of op GeZiT (vgl. GeHuiL). Maar ook hier zijn mooie enkelvoudige exemplaren, zoals PuBeR, KaToeN en RoBoT. En wat te denken van VeuLeN, VioLeN, VoeLeN, VeLeN (combinaties met meer mogelijkheden zijn ook populair).

Dit gaat natuurlijk over Nederlandse kentekenplaten, vanaf  februari 1980 met twee combinaties van twee letters en vanaf mei 2008 met drie letters. Tijdens het fietsen dwalen mijn gedachten wel eens af naar de onbedoelde semantiek achter deze lettercombinaties, waardoor het verkeer een andere dimensie krijgt.



zondag 7 augustus 2011

gondelvaart of canal parade?

De jaarlijkse gondelvaart in het Overijsselse plaatsje Dwarsgracht viel dit jaar samen met de Canal Parade, het hoogtepunt van de eveneens jaarlijkse Gay Pride in Amsterdam. Een groter contrast is nauwelijks denkbaar, hoewel er bij beide evenementen versierde boten door een gracht varen. Traditie versus emancipatie, intimiteit versus exposure en dorpsvermaak versus wereldtoneel: de Canal Parade haalt de (inter-)nationale pers, terwijl de gondelvaart zich mag verheugen in de warme belangstelling van de Steenwijker Courant.

De gondelvaart is 50 jaar ouder dan de Canal Parade in Amsterdam (66 versus 16 keer). De bevolking van Dwarsgracht bestaat uit (hooguit) een kleine tweehonderd inwoners, die in teams hard werken aan pakweg 12 gondels, fraai opgetuigde boten, die de rest van het jaar hard nodig zijn in het leven van alledag. Het huis van Lies en Rogier, waar ik te gast mag zijn, is alleen over het water bereikbaar of te voet en per fiets. Geheel in stijl ben ik dit keer op de fiets vanuit Utrecht komen aanwaaien. Morgen waai ik per fiets terug - ik hoor de Westerstorm buiten aanzwellen en zal er ook af en toe wel tegenin moeten trappen.


Gisterenavond ging het helaas vlak voor aanvang van de tocht hard regenen. Het mocht de pret maar beperkt drukken. Ingeleid door een welkomstboot en gevolgd door een bootje met "tot ziens" gleden acht grote en vier kleine gondels door de "dwarsgracht" (die dwars op de Cornelisgracht staat). De grote boten hebben thema's als de Fabeltjeskrant, de overwintering op Nova Zembla en - spectaculair - de olieboeren van Dwarsgracht. De eerste gondel met als thema de Pyromaan sleept de hoofdprijs in deze categorie in de wacht. Bij de kleine gondels is er een "1-2-3-4-bootje van papier" en een gondel met de titel "Geluk zoeken", die heel ingetogen is versierd met een regenboog:


In de categorie kleine gondels wint deze de eerste prijs, terwijl de rest van de jurering de wenkbrauwen doet fronsen, zoals dat vaker het geval is bij dergelijke evenementen. Meer foto's en vast ook wel een filmverslag staan t.z.t. op de website gondelvaartdwarsgracht.nl Oordeel desgewenst zelf.

Wie in Amsterdam na de Canal Parade op tijd de trein pakt, kan het net halen: het avontuur in Dwarsgracht begint om half tien 's avonds, want de verlichting van de gondels komt pas in het donker tot zijn recht. Het contrast kan echter groot zijn tussen Amsterdam en Dwarsgracht, daarom ben ik hier ook zo graag. Op het leven in dit huis lijken tijd noch marketeers invloed te hebben en dat geeft een enorme rust.

zaterdag 28 mei 2011

Neem er eentje van mij ...

zei Freek de Jonge afgelopen donderdagavond aan het eind van zijn show "Neven", die weer met de nodige woordgrappen gelardeerd was ("Met die bezuinigingen op defensie krijgt het woord 'leger' ook steeds meer betekenis). Met het aanbod aan een drankje refereerde hij aan een deel van de show dat zich afspeelde in een Antwerpse kroeg, waar hij met zijn neefje Raf (inderdaad, van Rote Armee Fraktion) verzeild was geraakt.

Het applaus stierf weg (bijna alle fans van Freek klapten staand; in Nederland weet je daarom nooit wanneer een performance echt bijzonder was, wij vinden hier alles van wereldklasse) en we liepen naar de foyer voor een drankje en een korte evaluatie van de avond. Bij het buffet was geen bediening, maar dat werd opgelost door een andere bezoeker van de voorstelling, die zich achter de bar verschanste en fles Prosecco open schroefde. Met ons lieten nog vijf anderen zich een glas inschenken, de man tapte voor zichzelf een biertje.

De vreugde was van korte duur; even later verscheen er een official, die ons en met name de gast achter de bar uitlegde dat dit niet de gewenste gang van zaken was. De gelegenheidsbarman haalde eerst Freek aan: we hadden tenslotte toestemming gekregen van de cabaretier (strikt genomen was dat niet echt zo, in de betreffende conference had de frase "Mag ik wat van jullie drinken?" ook al een dubbele bodem gehad). Het werd wat schimmig en de official begon stuurs te kijken, waarop de gast zei: "Ach, op de tennisvereniging gaat het ook altijd zo, dus ik dacht ...".

We hebben niet meer ontdekt wat hij dacht. Ik heb nog aangeboden onze twee glazen Prosecco te betalen (de andere vijf gefêteerden waren al lang en breed uit beeld) , maar dat hoefde niet: deze fles was nu officieel van Freek. We hebben de glazen verder op zijn gezondheid geledigd en zochten een foyer die wel open was. Even later zaten we aan een tafeltje in een ruimte die het midden hield tussen een 19e eeuwse operafoyer en een Oudhollandsch pannenkoekenrestaurant. De evaluatie van de show werd de evaluatie van de zojuist meegemaakte eenakter.

De tennisvereniging deed me denken aan mijn scriptie over ironie, die ik in een grijs verleden in Leiden geproduceerd heb, samen met een studiemaatje (de opdracht voorin luidde: "To our wives, who have made this all possible.") Ik moest eraan terugdenken omdat Alexandra, mijn theatermaatje die avond, de opmerking over de tennisvereniging ook als een grap had geïnterpreteerd, terwijl ik het als een serieuze verdedigingslinie geduid had. Eén van de destijds onderzochte functies van ironie was "vrijheid bewaren": als je ironie gebruikt, kun je altijd nog gezichtsverlies vermijden door terug te vallen op de ene betekenis wanneer de andere relationele brokken dreigt te maken.

maandag 9 mei 2011

Gad nee, poëzie ...! zei ze op een dag

Met deze palindroom uit Opperlandse taal-& letterkunde van Battus (Hugo Brandt Corstius) een bericht over poëzie, daartoe aangezet door een aangename avond in één van mijn twee leesgroepen, waar we ons een avond verdiept hebben in klassieke, bekende en onbekende gedichten.

Zulke avonden doen beseffen dat de jaren klimmen en wakkeren nostalgie aan. Ter voorbereiding van het festijn keek ik verbijsterd in mijn boekenkast (ik heb kans gezien toch weer drie meter dichtbundels te verzamelen) en zocht ik op YouTube. Bij toeval trof ik het filmpje met de toespraak die Bomans Marlène Dietrich toedichtte, toen hij haar de Edison mocht uitreiken (wat Bomans betreft, had het publiek bij die ceremonie best mogen wegblijven, overigens). Bomans maakte zich onsterfelijk door een anekdote te vertellen over een naast de schrijver  in de bioscoop waar een film met Dietrich draait gezeten zuchtend oud mannetje dat Bomans aanstoot en opmerkt: "had mijn vrouw maar één zo'n been".

Regelmatig heb ik heimwee naar de toon en de taal van Bomans, toen de Nederlandse samenleving haar onschuld nog niet verloren had. Graag had ik Bomans (hij was nu bijna zijn eigen honderdjarige geweest - "Vader is boven") commentaar horen leveren op de houding die de Nederlandse regering aannam toen Maxima ten tonele verscheen, bijvoorbeeld of op enkele Kamerdebatten waarbij Wilders betrokken is.

Natuurlijk mis ik ook de taal van Elsschot, voor wie op de poëzieavond nog een plekje was ingeruimd, vooral te onpas staat er tussen droom en daad nog altijd van alles in de weg. En de taal van Brel ... Terwijl ik deze blog schrijf, merk ik dat ik de plank met poëtische liedjes helemaal vergeten ben (Guus Vleugel, Drs. P., Annie Schmidt en Jacques Brel). Ter afsluiting daarom een pennenvrucht van hem; hij bleef zeer ten onrechte buiten beeld, vorige week!

Rosa

Tango uit een grijs verleden

Die de schooljeugd van het heden
Op moet dreunen als gebeden
Bij het leren van Latijn ...
Tango van de lyceïsten
Die hun jeugd eraan verkwisten
En die dokteren aan listen
Om te ontkomen aan die pijn ...
Tango die gestrenge ouders
Laden op de smalle schouders
Van hun Keesjes, die de houders
Van het roer der toekomst zijn!

Rosa rosa rosam
Rosae rosae rosa
Rosae rosae rosas
Rosarum rosis rosis

Tango van de knappe floppen
Die met pukkels op hun koppen
Hun gebrek aan ziel verkroppen
Als de besten van de klas ...
Tango van de slappe Keezen
Die geen letter kunnen lezen
Maar straks dokter moeten wezen
Omdat papa ... dat nooit was!
Tango die ik nimmer leerde
Daar ik toen al rebelleerde
En verbuigingen begeerde
Van mijn nichtje Rosa Rosas!

Rosa rosa rosam
Rosae rosae rosa
Rosae rosae rosas
Rosarum rosis rosis


Tango van het zoete dwalen
Pink aan pink door liefdesdalen ...
Zo betrapte vele malen
Ons de zwartrok in het gras ...
Tango van de natte gaarde
Waar ik in de plassen staarde
En genadeloos ontwaarde
Dat ik geen Columbus was.
Maar ook de tango van ´t fatsoen
Waar in ´t rosarium in ´t plantsoen
Mijn nichtje bij één korte zoen
Al bloosde als een rosae rosas!

Rosa rosa rosam
Rosae rosae rosa
Rosae rosae rosas
Rosarum rosis rosis


Tango van het kantjes lopen
Tot ik nullen kreeg bij hopen
Die ik toen maar ging verkopen
Als aureolen voor Sint-Jan ...
Tango van de hoogste prijzen
Voor de ijverigste lijzen
Propvol onbepaalde wijzen
Die geen mens gebruiken kan!
En ook de tango van de spijt
Omdat een mens in later tijd
Ontdekt dat in volwassenheid
Een Rosa doornen dragen kan!

Rosa rosa rosam
Rosae rosae rosa
Rosae rosae rosas
Rosarum rosis rosis


(vertaald door Ernst van Altena) 

Ten slotte (en hoegenaamd buiten de orde): op een steenworp afstand van het Antwerpse Lyceum wordt overmorgen, 11 mei 2011, het schitterende nieuwe Museum aan de Stroom (MAS) geopend.

donderdag 24 maart 2011

Tsjernobyl (uit de oude doos 1)

(Lang voordat er blogs bestonden schreef ik al. Wat bloggen leuk maakt, is dat er nu gegraaid kan worden in oude schriftjes en bestanden. Dit gedicht dateert van mei 1986 (zo'n 25 jaar geleden) en refereert aan de nucleaire ramp bij Tsjernobyl. Het is weer bijster actueel.)

Wit Rusland

De jongst verziekte plek op aard
is een betonnen bak met zand:
het onheil lijkt er weggewaaid

naar jonger verziekt land op aard,
snel nu het melkvee van het land
en wachten of de wind nog draait.

Zojuist nog vlug het gras vergaard
onzichtbaar, aan de buitenkant,
heeft het zich in mij uitgezaaid.

Maritiem Utrecht

Ooit haalde ik mijn vaarbewijs. Dat is een papiertje waarmee je met wat grotere vaartuigen mag vertoeven op de Nederlandse wateren. Met een zeilboot bijvoorbeeld. Je leert waar je bent en waar je op moet letten. Je leert gevaren inschatten en wie er voorrang heeft op het water. En je voorkomt er toestanden mee. Zo voer ik een keer aan de wind kruisend over een Nederlands kanaal, terwijl een Duits motorjacht mij nauwkeurig volgde in mijn kruisende beweging in plaats van stuurboord langs de wal te varen, zoals het een motorschip van bescheiden afmetingen betaamt. Hij durfde me blijkbaar ook niet passeren. Uiteindelijk lagen we allebei voor de sluis en vroeg ik hem, nieuwsgierig geworden en in mijn beste Duits, waarom hij me zo nauwgezet gevolgd had. Wat bleek? De Duitse schipper dacht dat ik de vaargeul volgde, zigzaggend door het kanaal.

Aan de theorieboeken van dat vaarbewijs moest ik gisterenavond denken toen ik uit het raam van mijn Utrechtse dakkapel keek, midden in de stad. Ter gelegenheid van het 375-jarig bestaan van de Universiteit verbinden zeven laserstralen het W.C. van Unnikgebouw in de Uithof met de Domtoren in het hartje van de stad.



Van de stralen zie ik weinig vanuit mijn dakkapel. De Domtoren zelf heeft echter een maritieme uitstraling gekregen met een toplicht en heklichten en nu pijnig ik mijn hersens suf naar de betekenis van die lampjes in de nacht. De door mij waargenomen twee rode lichten kunnen in elk geval duiden op een vaartuig dat aan de grond gelopen is. Juist. Maar ik zie ook een blauw licht. Gevaarlijke stoffen? Ik ben benieuwd wat er allemaal verzwegen wordt rond de opgravingen aan het Domplein.


Over een paar dagen is alles weer normaal. Dan staat er gewoon weer een kerktoren midden in Utrecht in plaats van een lichtopstand.

donderdag 17 maart 2011

Arm rijk Japan

Mijn vader zaliger was een man met veel herinneringen. De Tweede Wereldoorlog speelde er een hoofdrol in. Zijn eigen vader was "fout" geweest in die zin dat hij geloofde in de ideologie van het nieuwe Europa dat werd gepredikt door de omhooggevallen Germaanse kunstschilder met het kleine snorretje.

Ik zag laatst de film "The Great Dictator", tijdens die oorlog met veel gevoel voor humor in Amerika gemaakt, met Charlie Chaplin in de rol van Adenoid Hynkel, de dictator en van de Joodse kapper in het getto. Aan het begin van de film wordt de kijker getrakteerd op het onderschrift: "Elke overeenkomst tussen dictator Heinkel en ... berust op toeval." Waar je bij de puntjes Adolf Hitler verwacht, staat doodleuk "de Joodse kapper". Kostelijk.



Terug naar mijn vader. Met D-day werd hij met het hele gezin naar Duitsland getransporteerd, zogenaamd om de NSB-ers te beschermen voor de volkswoede die zou uitbarsten na de bevrijding. Beschermen? Mijn opa was kapper (hij verspeelde zijn zaak in Den Haag door zijn ideologische hobby) en mocht gaan knippen in het kamp. Mijn vader had kinderverlamming gehad, moest aan de lopende band granaten voor de V1 en de V2 gaan maken en hield dat door de kinderverlamming, waaraan hij op jonge leeftijd geleden had, niet vol. Met een vriend sprong hij van de trein die de manschappen terug naar het kamp zou brengen en zwierf in het laatste oorlogsjaar door "die Heimat".

Met een buik vol van oorlog en diezelfde kinderverlamming liet hij zich op 17-jarige leeftijd afkeuren voor de dienstplicht in Nederlands Indië; net zelf bevrijd zouden we die rebellen daarginds wel even een lesje leren, de oproerkraaiers afslachten en orde en gezag herstellen in de gordel van smaragd, want: "Indië verloren, al verloren." Wat uiteindelijk ook een feit was, maar de fascinatie voor de oorlog bleef bij mijn vader. En voor de missie van Japan. Hij vertelde mij dat Japan na de capitulatie in september 1945 (er waren twee atoombommen voor nodig) had aangekondigd de oorlog "economisch te gaan winnen".
Dat hebben we geweten: "made in Japan" werd het logo van alles wat je kocht in de jaren '70 en '80 en '90 en nog. Het eilandenrijk maakte een indrukwekkende groei door, werd extreem dichtbevolkt en welvarend. De atoombommen hebben de Japanners niet belet royaal in te zetten op kernenergie. Elke dag zien we de beelden van zes reactoren op een rij met meer dan één probleem na de aardbeving en de tsunami van afgelopen week. Elke dag horen we energie- en stralingsdeskundigen de situatie analyseren: ik heb nog nooit zoveel af geweten van de werking van een kernreactor.

Nog veel meer indruk maakt op mij de ontreddering van de Japanners, die voor mij een imago hebben van extreme discipline en beheersing. Ik zou er jaloers op kunnen worden. Zoveel rampen lijken echter teveel voor een volk: in de getroffen gebieden ontbreekt de infrastructuur, de energie en voedsel en warmte voor eenieder die gevlucht is voor de fall-out. Maslow, de Amerikaanse psycholoog,  was een Joods Russische immigrant; zijn piramide blijkt bestand tegen aardbeving en tsunami.

Ik heb te doen met de Japanners. Ze hebben inderdaad gewonnen, maar het lijkt een Pyrrusoverwinning: meer welvaart betekent meer mensen betekent meer welvaart betekent ... Maar de vermaledijde elementen blijken sterker.