zaterdag 28 mei 2011

Neem er eentje van mij ...

zei Freek de Jonge afgelopen donderdagavond aan het eind van zijn show "Neven", die weer met de nodige woordgrappen gelardeerd was ("Met die bezuinigingen op defensie krijgt het woord 'leger' ook steeds meer betekenis). Met het aanbod aan een drankje refereerde hij aan een deel van de show dat zich afspeelde in een Antwerpse kroeg, waar hij met zijn neefje Raf (inderdaad, van Rote Armee Fraktion) verzeild was geraakt.

Het applaus stierf weg (bijna alle fans van Freek klapten staand; in Nederland weet je daarom nooit wanneer een performance echt bijzonder was, wij vinden hier alles van wereldklasse) en we liepen naar de foyer voor een drankje en een korte evaluatie van de avond. Bij het buffet was geen bediening, maar dat werd opgelost door een andere bezoeker van de voorstelling, die zich achter de bar verschanste en fles Prosecco open schroefde. Met ons lieten nog vijf anderen zich een glas inschenken, de man tapte voor zichzelf een biertje.

De vreugde was van korte duur; even later verscheen er een official, die ons en met name de gast achter de bar uitlegde dat dit niet de gewenste gang van zaken was. De gelegenheidsbarman haalde eerst Freek aan: we hadden tenslotte toestemming gekregen van de cabaretier (strikt genomen was dat niet echt zo, in de betreffende conference had de frase "Mag ik wat van jullie drinken?" ook al een dubbele bodem gehad). Het werd wat schimmig en de official begon stuurs te kijken, waarop de gast zei: "Ach, op de tennisvereniging gaat het ook altijd zo, dus ik dacht ...".

We hebben niet meer ontdekt wat hij dacht. Ik heb nog aangeboden onze twee glazen Prosecco te betalen (de andere vijf gefêteerden waren al lang en breed uit beeld) , maar dat hoefde niet: deze fles was nu officieel van Freek. We hebben de glazen verder op zijn gezondheid geledigd en zochten een foyer die wel open was. Even later zaten we aan een tafeltje in een ruimte die het midden hield tussen een 19e eeuwse operafoyer en een Oudhollandsch pannenkoekenrestaurant. De evaluatie van de show werd de evaluatie van de zojuist meegemaakte eenakter.

De tennisvereniging deed me denken aan mijn scriptie over ironie, die ik in een grijs verleden in Leiden geproduceerd heb, samen met een studiemaatje (de opdracht voorin luidde: "To our wives, who have made this all possible.") Ik moest eraan terugdenken omdat Alexandra, mijn theatermaatje die avond, de opmerking over de tennisvereniging ook als een grap had geïnterpreteerd, terwijl ik het als een serieuze verdedigingslinie geduid had. Eén van de destijds onderzochte functies van ironie was "vrijheid bewaren": als je ironie gebruikt, kun je altijd nog gezichtsverlies vermijden door terug te vallen op de ene betekenis wanneer de andere relationele brokken dreigt te maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten